Onderweg van Tielt naar San Nicolo di Rottofreno
Dag 1-4: van Lund naar Fiskebacken
Dag 1-4: van Lund naar Fiskebacken

Dag 1-4: van Lund naar Fiskebacken

Dag 1: de busrit 

Oorwurm van de dag: Everybody’s free to wear sunscreen – Quindon Tarver (iets om op te leggen om de sfeer van de dag op te snuiven) 

Een fotootje van op de bus in Brussel-Noord.

Bij het binnenkomen van de Flixbus aan Brussel Noord overheerst een doordringende zweetgeur, gelukkig treedt er na 10tal minuten gewenning op – niks zo vreselijk als 6 uren lang naast een stinkende busmedereisgezel zitten terwijl je eigenlijk je moet inhouden om niet in paniek te slaan over waar je nu weer aan begint. ‘No way back Anneleen’ en dat overvalt je als… Als? Een hevig onweer als je in je zomerkleedje en op slippers nog 1 kilometer moet wandelen naar je auto. 

Geen regen maar dikke krokodillentranen over mijn wangen de hele busrit naar Hannover. De hele week liep ik al gespannen omdat ik ergens weet wat de reis te weeg zal brengen: confrontatie met mezelf. Het rijden zelf komt wel goed geloof ik, als ik niet te veel nadenk over de grootte van mijn bagage en maar 1 binnenband extra mee. 

Dat één op één in je hoofd spelletje is zo vermoeiend. Maar Hey, Wenen is stress loslaten. Geeuwen ook. Minder stress om af te gooien op de fiets – met die gedachte troost ik me. Soms moet iets gewoon overgaan. Alles passeert. 

Aangekomen in Hannover even mijn 6 zakken op een hoop gooien om dan in het rijtje te staan en te vragen ‘of ze alsjeblieft mijn fiets van de bus willen halen voor vertrek’. Een fiets zonder steuntje om te staan dus dansend rond mijn fiets (‘t is nog even oefenen) om hem niet te doen vallen, monteer ik alle zakken en mijn gigatent erop. Zo neem ik mijn fiets mee richting stationswachtruimte om te kijken of ik een propere wc-stop kan versieren ik plaats hem even voor het cafeetje. Het wordt 1 euro betalen en wisselgeld vragen bij de barista in de koffiebar. Even later bestel ik bij hem een latte macchiato en cola zero voor 4 euro. 20 levensverzuchtingen en 10 oogrollen krijg ik er gratis bovenop. Hier zal ik ook de Good vibes niet van krijgen. Of misschien trek ik voor de moment met mijn bleitmuil alleen bad vibes aan? 

Al laten die Good vibes niet lang op zich wachten. Even later krijg ik een Duits-Engels googlevertalende busboy die wel vrienden met me zou willen worden als ik in Duitsland zou wonen. Wat fijn toch om te weten dat je opties hebt. Mijn gedachten kunnen niet ver genoeg zijn op dit moment. (Ik zette drie weken geleden mijn relatie stop)

Ali had zelfs zijn schoon zwart vestje aangetrokken om zijn winkeltje open te doen.

Ik krijg wel een gratis koffie van Ali -heet hij – de wachtruimte waar ik hier voor in zat, sluit om 21 uur, dus nog 40 minuten wachten op de bus naar Lund in het koudwordende Hanover. Dat koffietje doet deugd en warmt op.. en ondertussen zit ik even voor het winkeltje – dat Ali blijkbaar ook uitbaat. Een echt manusje-van-alles die Ali. Hij schrobt ook de wachtruimte proper en kent de sympathieke barista ook. De hele tijd maakt hij ritmische vingerknipbewegingen. Ik denk dat het hem doet blijven doorwerken al huppelend en zingend. Het lijkt me alsof hij amper slaapt. Onvermoeibaar praat hij tegen iedereen die zijn winkeltje passeert. En ben ik plots ook praatmeubilair van het winkeltje geworden die vriendelijk begroet wordt. Even besluit een aangewaaide Oekraïner uit een bus me nog wat levenslessen bij te schaven: als ge geen liefde hebt in uw leven, is’t maar saai. (Zucht) Ik preek hem dat rijden met de fiets of passie voor schrijven even goed die liefde kan zijn of misschien wel weer verliefd worden op jezelf. Ondertussen staat Ali ‘tekens te doen’ achter zijn rug. De man voor me heeft het begrepen.. en met een ‘Stay healthy’ trekt hij de stad in. 

Op dit moment is’t enige dat ik van dichtbij wil zien een mooie eland aan een Zweeds meer – liefst met zo weinig mogelijk muggen en graag op veilige afstand. Maar mijn vermoeide kop kan dus nog mensen opbeuren blijkbaar – ze zouden er bijna van gaan filosoferen over ‘T leven. 

De bus gearriveerd, moet de fiets in de bagageruimte en gaat mijn voorwiel eraf. Niet te veel over nadenken. ‘Als er morgen iets blijkt niet oké te zijn, lossen we dat dan wel op, Anneleentje.’

Bij het vertrek van de bus staat Ali voor zijn winkeltje… uitbundig te zwaaien. En ik zwaai uitbundig door het venster terug – wat een koffietje al niet kan doen met ne mens. 

Een paar uren voorbij middernacht wordt de bus echt volgestopt tot de laatste zitplaats.. met Russen, Polen… alles waar ik niks van begrijp. Naast mij komt een gezette vrouw zitten, helemaal opgedaan met parfum, make-up, haar schoonste glittervestje… en een alcoholgeur die na gewenning nog altijd doorruikt. Op de koop toe slaat ze aan het snurken na een halfuur. Met nu en dan een stootje of duwtje, stopt ze even om dan precies nog luider te snurken. Aaah la vie… it’s safe to say: I didn’t sleep. Nochtans heb ik slaap zooooo nodig vannacht. Morgenochtend begin ik gelijk aan te fietsen. 

De zon is er al vroeg bij en stilletjes aan zie ik beter en beter de groene omgeving en zo veel water. Het geeft rust en ik kan even alles loslaten en wat kracht bijslapen. 

Dag 2: ‘Ne propere start’ 

Oorwurm van de dag: The tallest man in earth – king of Spain (vrij vertaald naar the Queen of Sweden) 

Niet veel later kom ik aan in Lund. De vikingbuschauffeur die zo weggelopen lijkt van zijn oorlogstrom op een of ander Vikingschip, haalt met 1 hand mijn fiets uit de bus en draait mijn wiel netjes toe. Hij zet zijn sportzonnebril af en vraagt ‘Are you Okay?’ Ik durf niets anders zeggen dan ‘ja’, maar mijn vermoeide lijf schreeuwt neen! De zon schreeuwt me ja toe. Ze schijnt ten volle terwijl ik mijn fiets rustig laad. 

In het stationsbuffet bij gebrek aan iets anders dat open is (‘t is zondag), neem ik een ontbijtje: een kardemummabulle en een croissant. Dat eerste is met veel te veel venkel dan goed is voor me. Ik smaak het vanavond waarschijnlijk nog. Na een laaaaange rit in de bus denk ik van naar het toilet te gaan en me in mijn fietsuitrusting te hijsen. Maar da’s een dikke misse. Geen wc daar of in het nabijgelegen metrostation. Daar sta ik dan schoon te blinken in mijn broek en shirt van al 1 dag oud. Na wat rondgerij heb ik het compleet gehad met zoeken en beginnen er dikke druppels te vallen. En nu? 

Foert, ik zet aan. De gps even laten zoeken, maar na een dik kwartier ben ik de Lundse piste zonder wc uit en op weg naar… Nordkapp. Om nog geen kwartier later te horen dat mijn wiel toch raar doet. Ik trek direct mijnen imperméable aan aangezien die regen niet van plan is te stoppen. Er is geen beschutting alleen uitgestrekte akkers – dus nog even doordoen in mijn busplunje. Maar dat wiel – da’s geen goe nieuws. Nog niet half vertrokken en ‘t is al van dat. Maar dan.. herinner ik me Ragnar (volgens mij heette die buschauffeur zo) die heel hard mijn wiel vastzette. Dat wiel moet nog kunnen draaien ook hè… met alle moeite van de wereld, krijg ik de sluiting open. En weer vooruit zijn we. 

Op de grens van 2 Ellinge en Ortofta (over het hoofd -ja) bedenk ik me: dag 1. Nog zoveel te gaan. dat zal hier weer wat zijn.

Na een kilometer of 12 komt de zon alweer piepen en zie ik mijn kans schoon: in’t graan. Fyi: dat graan sta nog niet hoog hè. Maar bon: beter dan niets. Ik kruip in mijn fietstenue – mijn derrière was al opgelucht van het mousseke en avant-marche vooruit. 80 kilometer voor de eerste dag heb ik gerekend. Een beetje een misrekening met de Poolse busmeegezel als gezelschap. Maar Hey… mijn koppigheid heeft me al op veel plaatsen gebracht.

Na 60 kilometer begin ik toch te jammeren (tegen mezelf weliswaar). De hele dag al wind op kop.. man wat heb ik me mijn tentomvang op de fiets beklaagd. Ik las ergens dat bagage als een parachute aan je fiets kan voelen – is dit het moment al? 

Uiteindelijk stop ik in cholère langs de kant van een veel te drukke weg. En dan voel ik plots waarom mijn lijf zo tegenpruttelt. Letterlijk. Het wordt lopen naar de eerste boom om mijn darmen voor te zijn. Als ze me al niet zagen zitten in dat graan, hebben ze het nu toch wel gezien. Miljaar… Daar gaat mijn laatste beetje trots van de dag. Tja als je moet… 

Nadien kan ik precies alles wat beter afzetten. Als ik sneller begin te rijden dan het aantal kilometers die ik nog zou moeten (‘t is niet van de snelheid – maar van de weinige kilometers voor alle duidelijkheid), is het einde van de rit in zicht en tegelijkertijd het einde van mijn koppigheid. 4 kilometer ervoor passeer ik langs een plaatje die gewoon te mooi lijkt om waar te zijn. Ik protesteer nog even ‘Anneleen ge zijt nog niet ten einde’, maar bij een tweede blik, moet ik gewoon omkeren en stoppen aan de Camping Bälingebadet.

‘K heb al lelijkere dingen vanuit mijn tent gezien.

Uitzicht: adembenemend aan het water. Receptie: uitermate sympathiek – moeder en dochter en tja… Dan denk je direct: hier kom ik thuis vanavond. 

Mijn tentje staat vlak aan het water, naast me een gigatent van een Nederlandse auto. Nog voor ik het goed en wel besef, maak ik weer contact. Net als je denkt dat je het eigenlijk wel gehad hebt met alles en gewoon wil slapen… zijn er die twee stralende blikken van Marion en Joëlle… een Waal en een Nederlandse en hun twee jongste kinderen. Ik ben direct benieuwd naar hoe ze elkaar leerden kennen. Marion vertelt lachend ‘Nou, heb ik hem daar toch gered.’ Twee jaar werkte ze al in Charleroi – op het punt terug naar Nederland te keren en net dan ontmoet ze hem. Uiteindelijk verhuisde hij naar Nederland na wat heen en weer gereis, om er nooit meer weg te gaan. ‘Amai wat een fiets. Kom je helemaal uit België?’ – Euhm.. nee ik had een vreselijke busrit en ben nog maar een dag bezig, maar Hey… je moet ergens beginnen. 

Dag 3: oogskes opentrekken en beentjes strekken 

Oorwurm van de dag: Interupt met Power – ideaal ritmeke voor als de moed in mijn pedalen zit. 

Marion, Joëlle en hun jongste dochter.

Ik had Marion en Joëlle al gewaarschuwd dat ik heel vroeg zou vertrekken. Heel vroeg is dus om 11 uur blijkbaar. Ik moest natuurlijk wel veel bijslapen. Maar het irriteert me: Gadver Deseyn met uw lui gat.   Er is zelfs nog tijd voor een babbeltje en dat laatste nog eens te herhalen – vonden ze grappig natuurlijk zo zelfbeklagende Belg. Ze nemen nog een foto om me te herinneren – altijd wat onwennig, maar ik lag me te pletter door mijn wallen heen. Marion zegt nog een laatste iets ‘Ik weet niet of het iets voor je betekent, maar wij zullen in elk geval bidden voor je’. Tot mijn 15de misdienaar geweest te zijn, zou ik kunnen zeggen dat het voor mij ook opgaat, maar dat is helaas niet meer zo. Maar ik voel dat zij ‘hard’ geloven. En uiteindelijk willen we en hebben we allemaal iets waar we hard in geloven. Ik antwoord met ‘Dat doet me zeker iets. Als dat zoveel betekent voor jullie, dan weet ik dat het hier in mijn ‘hartje’ zal aankomen’. Misschien verbeeldde ik het me maar ze heeft duidelijk al andere antwoorden gehad, haar ogen klaarden op. 

Vlam in de pijp, vlieg ik de eerste 25 kilometer in. ‘T gaat vlotjes. Het lange slapen heeft duidelijk opgeleverd, al zie ik eruit alsof de vier weken daarvoor bijna niet geslapen heb. En misschien is dat ook wel zo. Één van de redenen waarom ik moest ‘aanzetten’. Het gevoel geen rust meer te kennen of te vinden. Het gevoel vooral mezelf niet meer te kennen of te vinden, zot zoekend en gek wordend ondertussen. 

Na 25 kilometer vind ik het nog niet te vroeg om een schnitzel naar binnen te spelen. Even rusten en Hupla gazze vooruit. Mijn eerste ‘Pas op Elanden’bord laat niet lang op zich wachten. Al betwijfel ik of ik er eentje kan zien als een bos zo doorklieft wordt door een weg met vrachtwagens. Maar ik let toch op… You never know. Dat is ook echt het enige verlangen van deze reis: een eland zien. En graag ook Nordkapp. Maar – gene stress. Niets moet. Alles mag. (Zeg ik zoveel als ik kan tegen mezelf) 

De dag gaat best vlotjes vooruit. Zweden doet me zo wat denken aan Frankrijk. En misschien ook aan Spanje. Het uitzicht dan toch. Op een bepaald moment reed ik echt 20 kilometer langs dezelfde bomen, vals plat. En waande ik me even in Les Landes. Ah.. memories. Al moet ik wel zeggen dat er bitter weinig Zweden op straat te vinden zijn, laat staan in hun tuin. Allemaal die pittoreske maar toch grote Zweedse huizen uit hout, liefst aan het water of met een zwembad, een veranda en een tuinhuisje… maar geen mens die ervan aan’t genieten is. ‘T is misschien een maandag, maar was dit Frankrijk had ik toch op zijn minst een paar Ricards van ver geteld. 

Langs de weg prachtige oude Amerikaanse auto’s, oude fietsbrugjes in hout of metaal zoals je ze hier overal vindt, bloemen langs de weg en nu dan eens een fietser of wandelaar die raar opkijken van mijn ‘Hey Hey’ en soms – als ik geluk heb even teruglachen of roepen. 

Laat in de avond kom ik aan in Ljungby in de Tipicamping. Een praatgrage receptioniste vertelt me waar ik best kampeer tussen de lodges en tipitenten die je kan huren. Binnen de 100 meter doe ik mijn laatste klim en zet ik mijn tentesanteboetiek op in nog geen 5 minuten. Nog even naar de supermarkt en dan hevig genieten van gezouten boter op brood en smeuïge brie. Er waren ook Zweedse balletjes in blik.. heb ik toch maar even voor gepast. 

Even later komen twee Duitse motards zich naast me plaatsen en roepen ze ‘Een moto gaat veel beter. Moet je ook eens proberen.’ – Ja ciau! Ik kruip in mijn tent gasten. Op fietsdag 2 hoef ik dat echt nog niet te horen. En ik zei ze nog zo vriendelijk goeiedag. 

Dag 4: Poepzeer en zoveel meer

Oorworm van de dag: Shake that – Eminem ft. Nate Dogg (kwestie van in thema te blijven) 

Gisteren voelde ik het al pieken. Met het late uur en de mindere rust die ik had, vrees ik dat het vandaag wel eens nog pijnlijker kan worden. De tipi’s achter me gelaten rijd ik weer het bos in… alleen op het fietspad. Tot ik een oud ‘peetse’ voorbij passeer. (Woehoeew eerste fietser die ik oversteek – een mijlpaal) Even later zijn de rollen omgedraaid want de gps weet het eventjes niet meer en ik heb duidelijk te weinig gedronken. Hij gaat er vanuit dat ik Zweeds ben. En begint volop te praten in het Zweeds. Even heb ik moed dat ik er wel iets van maak, maar da’s ijdele hoop. Geen woord kan ik ervan maken. Uiteindelijk haal ik mijn Google translate boven en zwaait hij jammerend met zijn handen in de lucht als ik zeg dat ik nog tot Nordkapp wil fietsen. Het lijkt hem te gek om nog te blijven praten over zo’n onnozelheden (of dat maak ik er toch van). Hij vertrekt al schuddend met zijn hoofd. Even later passeer ik hem opnieuw en schudt hij nog eens voor de zekerheid. Kwestie dat ik het zeker gezien heb tot hilariteit van mezelf. 

Wat een gekke zonnige dag vandaag. De vorige dagen scheen de zon ook. Maar niet non-stop en waren er ook zeker een paar buien die ik ving. Vandaag echter schijnt ze als nooit te voren en ik ontvang de zonne-energie ten vollen. Om te laat te beseffen dat ik ga verbranden als ik me niet genoeg insmeer. Voor het insmeren ’zet ik me’ even tussen de bomen om plots wel heel veel kriebels te krijgen van het gras… een mierennest. Eens goe gebeten zie ik mijn kuit schoon opzwellen tot een dikke rode ronde diameter 15 centimeter. Ik dacht nog: Ocharme mijn schouders. Al vraag ik me af wat het meest pijn zal doen vanavond: mijn gat, mijn benen of mijn schouders. Place your bets. 

De laatste 20 kilometer betrap ik mezelf erop dat ik weer aan’t klagen ben tegen mezelf. Ik had moederlief een berichtje gestuurd dat het allemaal pijn begon te doen met nog 40 kilometer te gaan. Haar antwoord: ‘Is de pijngrens al bereikt?’ 

Euhm. Neen. Dus hup. Stoppen met zagen en stampen. Ik wéét dat die eerste 5 dagen, week het lastigste zijn. En toch. ‘T is hare verjaardag trouwens en ter ere van haar en voor het algemeen welzijn van de luisterende Zweden zing ik een hele lijst Tina Turner liedjes (haar idool) luidop mee op de fiets. De tijd ging zelden zo snel. 

In Vaccaryd is er weer zo’n prachtig meer. Mijn tentje aan het water aan de bomen.. de wind als een slaapliedje in mijn oren. Aangekomen merk ik wel… dat ik écht alles anders zal moeten binden op mijn fiets. Met mijn hoofd in de wolken een gat in mijn slaapzak gefietst. Maar bon: als ik de foto doorstuur van de kapotte slaapzak naar vriendin Gaia krijg ik een ‘Beter een gat in uw slaapzak, dan een slaapzak in uw gat’ terug. Van de schuurpijn die ik nu heb, kan er evengoed een inzitten. 

Ik besluit toch morgen een rustigere dag te pakken en de helft te fietsen om te beginnen. Even rust geven aan mijn lichaam zal deugd doen en zuurstof geven voor wat komen moet. 

Dag 5: rustig aan of toch maar niet? 

Oorwurm van de dag: Music – John Miles – diene mens is er ook al niet meer. Ah Night of The Proms. Waar is den tijd. 

Met een lang gat vertrek ik -gelukkig- vroeger dan de andere dagen. Met die goeie moed gaat het precies allemaal sneller. Ellenlange banen vliegen voorbij. Ik word bijna euforisch van de gedachte van zo een warme Zweedse zwanworst met mosterd tussen een broodje als aperitief. Toch maar niet gedaan, maar wel mijn eerste koffie tijdens het fietsen. Meestal geen goed idee, maar toch: ie smaakte. 

Een pittoresk Shelltankstation met een pop in de etalage – ik dacht even dat het de uitbaatster was. Door het lange staren durfde ik geen foto nemen… om dan te zien.. (echt Anneleen Jeezus). Prachtig rijden aan het water in Jönköping. Jaloers zijn op al die huisjes met een aanlegsteiger in het water. Hoe heerlijk. Na 37 kilometer ongelooflijk enthousiast worden: misschien moet ik toch 80 kilometer doen vandaag – zo vlotjes dat het hier gaat. Om dan mijn eerste echte beklimming te hebben… 120 meter stijgen op 2,5 kilometer. ‘T is weer eventjes zoeken en mijn lichaam laten revolteren. Ook die bagage… mannekes. Dat was weer lang geleden. Maar de afdaling: nog zo zalig. Aan 60 kilometer per uur naar beneden tsjeezen op de muziek van John Miles. Geloof het of niet.. Het was alsof het liedje mijn afdaling begeleidde, van contentement (en misschien ook de wind) laat ik mijn tranen de volle loop al roepend en wuibelend en trek ik mijn glimlach tot over mijn oren (zeker weten). Om dan… keihard te mogen remmen: geen voorrang van rechts en mijn fietsrekker begeeft het van de shock. ‘Niet te snel gaan zweven hè Deseyn. Beter met uw ogen op de weg in plaats van in den hemel.’ 

Aangekomen in Habo is het ver inwaarts rijden naar een slaapplaats… een b&b was misschien geen slecht idee om uit te rusten, maar het wordt in de plaats terug rijden naar Fiskebacken (ja moeder heeft visjes gebakken). En dat haat ik: terugrijden. Maar de andere optie is nog 50 kilometer bij rijden Dat haal ik niet. 

De onthaaljongen haalt zijn beste Engels boven terwijl hij het rolletje papier in zijn bankkaartbetaler probeert te proppen. 

Ik ga op zoek naar mijn campingplaats. 

Glimlach naar alles dat kijkt en beweegt en nu ben ik echt overtuigd: da’s hier en daar misschien Frankrijk/Spanje van uitzicht.. maar dat zijn de mensen allerminst. En eigenlijk valt me dat al de hele tijd op. Heel op zichzelf. Weinig contact zoekend. Ik wil dan wel de confrontatie met mezelf aan op de reis, maar had toch gehoopt op iets van afleiding. ‘T is plots wel weer ‘vriej Alliejne’. Twee tieners kijken me zelfs consequent een halfuur argwanend aan terwijl ze tafeltennissen en ik mijn smartphone oplaad. Het werd me te ongemakkelijk, bijna te grappig: hoe vriendelijker ik keek, hoe vreemder ze terugkeken. 

Pittige Tjoum met de beste Thaise schotel die ik al at.

Ik zoek even naar een supermarktje in de buurt om wat eten in te slaan, maar vind in de plaats: een take away thai. Dé ideale afsluiter van een halve rustdag – denk ik zo. Met mijn fiets tegen wind – precies ook in de twee richtingen op mijn sletskes en zonder fietsbroek naar den Thai. 

Er staat ‘Open’ maar haar schuifdeurtjes zijn schoon dichtgedaan. ‘Dat zal hier gene waar zijn.’ Het speeksel kwam al in mijn mond bij de gedachte. Nu wil ik ook Thais eten. Een ouder dametje opent na een paar keer kloppen haar deurtjes: ‘You sell food?’ 

Veel Engels is er niet aan te praten. Maar wat volgt is een hilarische conversatie van verschillende talen die ooit iemand sprak en handen en voeten. Van ‘Where is your boyfriend, why do you bike alone? Are you crazy’ tot ‘Don’t Be sad. You are young and Good looking. Take another one’ en verder ook over een mototreffen in september en dan komen die allemaal Thais eten bij haar – maar ook whisky drinken – dat laatste zegt ze met een bedenkelijke blik erbij. Dan moet ik ook komen. ‘Motorcycle is much better than bike.’

Een 62-jarig oud goedlachs dametje, Tjoum heet ze. Wat ik vandaag dacht niet meer te vinden, vind je dan weer onverwacht. Als ik vraag of ze wil lachen voor de foto, zegt ze dat dat niet gaat omdat ze geen tanden meer heeft. Als laatste bedankt ze me voor het geld… zodat ze in de winter weer naar Thailand kan. Mijn Thais heeft al weer koud tegen dat ik vertrek, maar mijn gemoed is vol. Thais smaakt me altijd, maar vandaag nog net dat tikkeltje meer. Zelfs koud. 

Morgen richting Hjo en Karlsborg. 

Geniet je van het lezen en de verhalen? 

Hou je van postkaartjes? 

Sponsor Villa Rozerood en ik stuur je eentje van op de weg naar Nordkapp. 

Je kan me steunen tijdens de fietstocht of beter: Villa Rozerood steunen. Het enige ‘ziekenhuishotel’ in België. Gezinnen met één of meerdere zieke kindjes die grote ondersteuning nodig hebben bij het dagelijkse leven, krijgen daar de mogelijkheid om toch eens eruit te zijn. Omdat de zorg voor hun zorgenkindje er goed wordt opgevolgd. Je kan een kilometer of dag sponsoren. Vanaf 10 euro krijg je een persoonlijk rijmpje toegestuurd van yours truly op weg. Na de donatie met als vermelding ‘de amazone op de fiets’ via STEUN ONS | Villa Rozerood, stuur je me een berichtje via whatsapp +32 485 378 016 met je adres. 

Met dank aan WARANZ BV Christophe Vandererven, Sterhoek en Schoonheidsspecialiste Patricia die al hun duit in het zakje deden en blinken op mijn social media feed of koerstruitje. En ook mijn mémé… die sponsorde al mijn eerste kilometer met 5 euro. Dus die goede start? Die is verzekerd.

11 Reacties

  1. Tine Vandamme

    Wauw’wow’jaman,

    Ik bengelde* mee op jouw woorden, emoties, frustraties, binnenpretjes … Waanzinnig hoe je iemand helemaal in vervoering kan brengen met jouw pen en zot’almachtig brein.
    Alleen ben ik blij dat ik het mag lezen en niet hoef te ondernemen 😅, ik zou spetterpoep en bonzend hoofd hebben v begin tot end. Maar hey, wat doe jij dat goed, zo powerful met niet altijd het gemoed vol of lekker uitgeslapen, je blijft toch gebeten gaan of jouw roos fluo banaan gerekkerd met tent en toebehoren.
    Jawadde, dat kan ik alleen maar benijden en jouw heel veel doorzetting en bovenal veel sprankels samen wensen.
    Weet, je bent zo’n powerGriet, niet normaal, mooi en straf wat je doet en hoe ! Ik hoop dat je bovenal de energie mag terug vinden waarnaar je verlangt, al verrast die insteek me toch, jammer dat je twijfelt en toch, ook goed … want twijfel is de beste spek voor ons bek !

    Zwaai zwaai, ik blijf je lezen, tis meer dan de max, mooi en ontroerend ook !
    Liefs,
    Tine

  2. Ann Deseyn

    Ewel, ge zijt ne krak, Anneleentje. We volgen je avonturen, misschien iets om een stripreeks van te maken, de avonturen van Anneleentje, iets in de trant van Jommeke?
    Keep on going, Bicycle girl… Queen heeft er al een liedje van gemaakt.

  3. Eddy en Jet Kole Hengelo

    Heeeee, Anneleen!

    Gefeliciteerd met het einddoel dat je voor ogen had en GEHAALD heb: DE NOORDKAAP!
    En wat schrijf je gezellig. Goede terugkomst na een tijd die je je altijd heugen zal.

    Wij hebben vaak aan je gedacht; temeer bij het slechte weer van regen, koude en keiharde wind. Die hebben zéker een kei van jou gemaakt.

    Heb een goed leven en blijf jezelf in deze prachtige spontaniteit.

    Veel liefs, Anneleen en bedankt voor je kaartje.

    Eddy en Jet Kole (Scandic Hotel Alta)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *